
Spreekwoorden: (1914)
Hij heeft den aap binnend.w.z. hij is in het bezit van het geld; eene uitdr. die in de 17<sup>de<-sup> eeuw voorkomt bij Coster, 502 vs. 137; Smetius, 138 en Winschooten, 3: ‘het woordje Aap beteekend ook oneigendlijk een schat: waar van daan komt het seggen: hij heeft de Aap al we...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778

Spreekwoorden: (1914)
Hij heeft den aap binnend.w.z. hij is in het bezit van het geld; eene uitdr. die in de 17<sup>de<-sup> eeuw voorkomt bij Coster, 502 vs. 137; Smetius, 138 en Winschooten, 3: ‘het woordje Aap beteekend ook oneigendlijk een schat: waar van daan komt het seggen: hij heeft de Aap al we...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778
Geen exacte overeenkomst gevonden.